- Afgelopen november ging de elektrische startup Rivian naar de beurs tegen een waardering van bijna 100 miljard dollar.
- Vanaf het hoogste niveau eind november daalde het aandeel met meer dan 75 procent.
- Intussen wordt Rivian geplaagd door toeleveringsproblemen, chiptekorten en stijgende grondstofprijzen.
- Lees ook: Dit zijn 7 opvallende elektrische auto’s die in 2022 in Nederland op de markt komen
ANALYSE – Afgelopen november ging de Amerikaanse startup voor elektrische voertuigen Rivian naar de beurs. Bij de introductie op 10 november was het bedrijf meteen 86 miljard dollar waard op de beurs en gedurende de maand liep dit zelfs op naar 150 miljard dollar. Dat was meer dan bijvoorbeeld Ford, terwijl Rivian toentertijd zijn eerste vierwieler nog moest produceren.
Intussen zijn we een paar maanden verder en is het aandeel Rivian ruim 75 procent gedaald. De marktwaarde bedraagt nog ‘maar’ 36 miljard dollar.
Op zich is de koersimplosie van Rivian niet heel vreemd, gelet op de ontwikkelingen van de afgelopen maanden.
Op 10 november 2021 kwam Rivian op de beurs met de bovengenoemde waanzinnige waardering. Het bedrijf haalde daarbij 12 miljard dollar aan vers kapitaal op om zijn groei te financieren.
Na de aanvankelijke euforie begon het aandeel vanaf eind november aan een gestage daling. In eerste instantie doordat Rivian de productiedoelstelling voor 2021 niet ging halen. Niet dat die heel hoog was, want er zouden 1.200 exemplaren van zijn elektrische truck R1T en 25 van de R1S gemaakt worden.
Uiteindelijk bouwde de fabrikant afgelopen jaar 1.015 voertuigen, wat beleggers tegenviel.
Rivian gaf eerder al aan dat de prioriteit ligt bij het maken van bezorgbusjes voor Amazon. De webwinkelgigant bestelde er 100.000 van en kreeg er tot nu toe slechts een paar uitgeleverd.
De toekomst van Rivian oogde ondanks de kinderziekten rooskleurig. Naast de 100.000 busjes voor Amazon, had het bedrijf ook 71.000 vooruitbestelde pickup-trucks en SUV’s in de boeken staan. Daarmee zou de productiecapaciteit van de fabriek tot zeker ergens 2023 vol zitten.
Wereldwijde tekorten krijgen grip op Rivian
Eind vorig jaar werd het toekomstbeeld iets minder rooskleurig, want topman R.J. Scaringe van Rivian meldde dat ook zijn bedrijf moeite had om aan de juiste onderdelen voor de elektrische voertuigen te komen.
Rivian greep in door zich vooral te focussen op de goedkopere modellen. Dat wil zeggen: de productie van modellen met de kleinste accupakketten en de minste technische snufjes. Die vragen immers om minder grondstoffen waardoor Rivian mogelijk beter kon omgaan met de schaarste aan onderdelen.
Destijds werd ook bekend dat er een tweede fabriek in de staat Georgia zou komen en dat Rivian in gesprek was met VDL om in Nederland de Europese productie mogelijk te huisvesten. Dit alles terwijl het bedrijf over het derde kwartaal van 2021 een verlies van 1,2 miljard dollar noteerde.
In het begin van 2022 leek alles niettemin redelijk onder controle. Tot begin deze maand. Op de eerste dag van maart kregen klanten die een R1S of R1T hadden besteld, een vervelend mailtje van Scaringe.
De CEO meldde dat Rivian genoodzaakt was om de prijzen van de bestelde auto’s te verhogen. De R1T zou 12.000 dollar duurder worden, de R1S 14.500 dollar duurder. Dit alles vanwege de stijgende prijzen voor grondstoffen en de aanhoudende chiptekorten.
Rivians worden duizenden dollars duurder
Klanten die vooruitbestellingen hadden gedaan, gingen niet akkoord met de prijsverhogingen. Een groot aantal annuleerde de bestelling. De beurskoers van Rivian zakte daarop verder in.
De massale annulering van orders kwam kennelijk onverwacht, want een paar dagen nadat Scaringe zijn mailtje had verzonden, stuurde hij een goednieuwsbericht. Degenen die een vooruitbestelling hadden staan, zouden geen prijsstijging doorberekend krijgen. Ook konden ze hun geannuleerde bestelling weer terug laten zetten tegen de eerder geldende lagere prijzen.
Deze week kwam er nog meer slecht nieuws naar buiten, want het lijkt erop dat klanten nog flink langer op de levering van hun auto moet wachten. Rivian maakte namelijk bekend dat het de productie voor 2022 aanzienlijk verlaagt naar slechts 25.000 voertuigen. Dit terwijl Scaringe vorig jaar trots vertelde te mikken op een levering van zo'n 150.000 auto’s.
Daarbij komt ook dat het bedrijf aangaf dat het gedeeltelijk van Lithium-Ion-batterijen naar de goedkopere en minder presterende LFP-batterijen overstapt. Dit gebeurt eerst alleen voor Amazonbusjes, maar wordt vanaf 2023 ook doorgevoerd voor de R1T en R1S.
Bijna 5 miljard dollar verlies
Naast de productieverlaging kwam Rivian met cijfers over het slotkwartaal van 2021 naar buiten, waaruit bleek dat er in drie maanden tijd een verlies van 2,5 miljard dollar was geboekt. Daarmee kwam het totale verlies over 2021 uit op 4,7 miljard dollar.
Rivian is overigens niet de enige maker van elektrische auto's die dit jaar flink heeft ingeleverd op de beurs. Het aandeel Tesla zakte dit jaar zo'n 22 procent en Lucid leverde 37 procent in.
Toch blijft Rivian optimistisch. De maker van elektrische voertuigen heeft naar eigen zeggen nog teeds 83.000 vooruitbestellingen in de boeken staan en beschikt over ruim 18 miljard dollar aan cash.
En vooralsnog is Rivian de eerste fabrikant met een elektrische pickup op de markt. Chevrolet, Tesla, Ford en General Motors komen pas ergens in de loop van dit jaar of 2023 met hun pickups op de markt.